Hoe vaak ik ook vergeet wie ik ben, diep vanbinnen blijf ik altijd de persoon van mijn wezen. Ik zit aan de rand van een kanaal, de zon verwarmt mijn gezicht, verblindt mijn ogen, weerkaatst op het water en verspreidt schitteringen. De wind streelt zacht mijn wang, laat de bladeren dansen die een fluisterend geluid maken, vogels zingen, eenden gaan hun gang, kinderen spelen tijdens hun lunchpauze, hun gelach weerklinkt. Alles beweegt in harmonie. Ik voel hoe ik vertraag. Nu kan ik naar binnen keren. Hoe meer ik observeer wat zich buiten mij afspeelt, hoe langzamer ik word, en hoe dieper ik in mezelf kan duiken, aanwezig in het moment. Het is alsof het binnen en buiten, mijn lichaam en de wereld, samen één geheel worden. Alles is in harmonie, zoals het hoort. Ik word één met de wereld. Ik word het centrum van mezelf.
Hoe kan het dan dat in een wereld waarin ik zelf mijn centrum ben, een enkel huis, één plek, als ons enige middelpunt wordt gezien? Wat maakt een huis een thuis? Waarom voel ik me niet altijd thuis in de vaststaande structuur, waarom verlang ik constant naar beweging en verandering? Is het omdat ik sinds mijn jeugd nooit een vaste structuur heb gekend, altijd onderweg was, altijd opnieuw moest beginnen? Of omdat ik overal waar ik ben, schoonheid vind in wat buiten is? Hoe anders de dingen die we buiten onszelf tegenkomen ook lijken, ze zijn eigenlijk hetzelfde. De wind is overal dezelfde wind, het water overal hetzelfde water, goedheid en zuiverheid komen altijd voort uit een zuiver hart. Alleen de plek verschilt.
We moeten het kleine soms in het grote zien. Het water waar ik in Turkije in opging, in het land waar ik geboren en opgegroeid ben, is dat niet hetzelfde water dat hier in België de oceaan ontmoet? Het water stroomt, het beweegt. Waar ik ook naar water kijk, waar ik het voel, het geeft me dezelfde energie en voldoening. Alleen de variatie in gevoelens verandert. Wat ik bedoel is: waarom besteden we zoveel tijd, energie en geld aan het verfraaien en personaliseren van een plek binnen vier muren waar we voornamelijk slapen, terwijl er al dingen zijn die ons een gevoel van thuis geven? Dit is iets waar ik de laatste tijd veel over nadenk, vooral nu ik overweeg om deze winter mijn appartement te verlaten en tijdelijk bij vrienden te verblijven. Dat geeft me ook al een gevoel van thuis.
Heb ik mijn persoonlijke bezittingen echt nodig? Al mijn ervaringen en herinneringen draag ik toch al mee in mijn mentale thuis. De plek waar ik het meeste tijd doorbreng en die altijd met mij meegaat, is mijn lichaam, mijn enige onontkoombare huis.